De resultaten op de
toetsen van Cito
Om de ontwikkeling van je zoon of dochter goed te kunnen
volgen, gebruikt men in het basisonderwijs en speciaal (basis)
onderwijs het Cito Volgsysteem primair en speciaal onderwijs. Met
de bijbehorende LVS-toetsen bepaalt een leerkracht waar uw kind staat in
zijn ontwikkeling.
Je kind maakt zowel toetsen uit de lesmethodes als de
toetsen uit
het Cito Volgsysteem primair en speciaal onderwijs.
Wat is het verschil?
De methodetoetsen zijn bedoeld om vast te stellen of je
kind de
lesstof die net is behandeld
voldoende beheerst. De leerkracht weet zo
of hij door kan gaan in de
methode of dat herhaling wenselijk is.
De toetsen van Cito hebben een ander doel: ze zijn
bedoeld om
het vaardigheidsniveau van je zoon of dochter te kunnen
vergelijken
met het niveau van klasgenoten.
Om de groei goed
in beeld te brengen, staan de toetsresultaten in een grafiek:
het leerlingrapport. In dit rapport staan de
vaardigheidsscores centraal.
De toetsuitslagen op de LVS-toetsen
bestaan uit twee delen:
van die score door middel van een letter (vaardigheidsniveau
I t/m V of A t/m E).
2. De letters geven aan hoe goed je kind de toets heeft gemaakt
vergeleken met zijn leeftijdsgenoten. Door deze vergelijking
krijgen de resultaten betekenis.
A t/m E en I t/m V
Om snel te zien hoe een leerling scoort ten
opzichte van leeftijdsgenoten,
heeft Cito de niveau-indicaties A t/m E en I
t/m V ontwikkeld.
Deze indelingen zijn gemaakt door de toets af
te nemen bij
een grote groep leerlingen.
De 25% leerlingen met de
hoogste score noemen we ‘A’.
De 10% leerlingen met de laagste score,
krijgen de aanduiding ‘E’.
Let op: ‘C’ is de middelste letter, maar
betekent niet dat de leerling
gemiddeld scoort. C betekent dat meer dan de
helft van de leerlingen
een hogere score heeft. C betekent dus dat een kind onder het gemiddelde scoort.
Waar kijk je naar als je de toetsresultaten van je kind bekijkt?
• Gaat de lijn omhoog? Zo ja, dan maakt je kind
groei door.
Zo nee, dan is
er iets aan de hand. De verwachting is namelijk dat
een leerling
vooruit gaat.
• Gaat de lijn genoeg omhoog? Bij een normale
ontwikkeling zal je kind
steeds ongeveer even
goed ten opzichte van leeftijdsgenoten scoren.
De witte lijn in het midden tussen B
en C of de vorm van vlak III geeft aan
hoeveel groei leerlingen gemiddeld
doormaken.
In het alternatief leerlingrapport kijkt u naar de functioneringsniveaus.
• Hoe scoort je kind ten opzichte van leeftijdsgenoten?
Het belangrijkste
is om te kijken naar groei.
Je wilt echter ook weten hoe je kind nu scoort ten
opzichte van
leeftijdsgenoten. Hiervoor gebruikt je de indeling in A t/m E,
I t/m V of de functioneringsniveaus.
Wat doet de school als je kind minder goed presteert dan verwacht?
Informeer bij de school naar de mogelijkheden van extra
begeleiding en/of ondersteuning. Of zoek hulp buiten school!
Kijk voor meer informatie op Lifesteps Coaching
of Rekenen leer je zo!