dinsdag 13 december 2016

Cito-scores? Hoe zit dat ook alweer?


 

 De resultaten op de toetsen van Cito

 


Om de ontwikkeling van je zoon of dochter goed te kunnen volgen, gebruikt men in het basisonderwijs en speciaal (basis) onderwijs het Cito Volgsysteem primair en speciaal onderwijs. Met de bijbehorende LVS-toetsen bepaalt een leerkracht waar uw kind staat in zijn ontwikkeling. 

Je kind maakt zowel toetsen uit de lesmethodes als de toetsen uit
het Cito Volgsysteem primair en speciaal onderwijs.

 

Wat is het verschil?


De methodetoetsen zijn bedoeld om vast te stellen of je kind de
lesstof die net is behandeld voldoende beheerst. De leerkracht weet zo
of hij door kan gaan in de methode of dat herhaling wenselijk is.

 

De toetsen van Cito hebben een ander doel: ze zijn bedoeld om
het vaardigheidsniveau van je zoon of dochter te kunnen vergelijken
met het niveau van klasgenoten.
Om de groei goed in beeld te brengen, staan de toetsresultaten in een grafiek:
het leerlingrapport. In dit rapport staan de vaardigheidsscores centraal.

 

De toetsuitslagen op de LVS-toetsen bestaan uit twee delen:

1. Een score op de toets (de vaardigheidsscore) en de waardering
    van die score door middel van een letter (vaardigheidsniveau
    I t/m V of A t/m E). 


2. De letters geven aan hoe goed je kind de toets heeft gemaakt
    vergeleken met zijn leeftijdsgenoten. Door deze vergelijking
    krijgen de resultaten betekenis.

 

A t/m E en I t/m V


Om snel te zien hoe een leerling scoort ten opzichte van leeftijdsgenoten,
heeft Cito de niveau-indicaties A t/m E en I t/m V ontwikkeld.

Deze indelingen zijn gemaakt door de toets af te nemen bij
een grote groep leerlingen.
De 25% leerlingen met de hoogste score noemen we ‘A’.

De 10% leerlingen met de laagste score, krijgen de aanduiding ‘E’.

Let op: ‘C’ is de middelste letter, maar betekent niet dat de leerling
gemiddeld scoort. C betekent dat meer dan de helft van de leerlingen
een hogere score heeft. C betekent dus dat een kind onder het gemiddelde scoort.

 

Waar kijk je naar als je de toetsresultaten van je kind bekijkt?


 

Gaat de lijn omhoog? Zo ja, dan maakt je kind groei door.
   Zo nee, dan is er iets aan de hand. De verwachting is namelijk dat
   een leerling vooruit gaat.

Gaat de lijn genoeg omhoog? Bij een normale ontwikkeling zal je kind
   steeds ongeveer even goed ten opzichte van leeftijdsgenoten scoren.
   De witte lijn in het midden tussen B en C of de vorm van vlak III geeft aan
   hoeveel groei leerlingen gemiddeld doormaken.
   In het alternatief leerlingrapport kijkt u naar de functioneringsniveaus.

Hoe scoort je kind ten opzichte van leeftijdsgenoten?

  Het belangrijkste is om te kijken naar groei.
  Je wilt echter ook weten hoe je kind nu scoort ten opzichte van
  leeftijdsgenoten. Hiervoor gebruikt je de indeling in A t/m E, 
  I t/m V of de functioneringsniveaus.

 

Wat doet de school als je kind minder goed presteert dan verwacht?


 

Informeer bij de school naar de mogelijkheden van extra begeleiding en/of ondersteuning. Of zoek hulp buiten school!

 

Kijk voor meer informatie op Lifesteps Coaching  of Rekenen leer je zo!